-
T/m 1 maand; De binnentanden zijn aanwezig bij de geboorte, of verschijnen snel daarna. In het midden zit de kroonholte.
-
1 tot 1,5 maand; De middentanden komen door.
-
6 tot 9 maanden; De hoektanden zijn doorgekomen.
-
3 jaar; De middelste melktanden worden op 2,5 –
jarige leeftijd vervangen door blijvende tanden. Op 3- jarige leeftijd slijten ze. -
4 jaar; De middentanden vallen uit als het paard 3,5 is, en worden door blijvende vervangen. Op 4-
jarige leeftijd slijten de tanden. -
4 t/m 5 jaar; De buitenste tanden wisselen van blijvende en de haaktanden zijn doorgebroken. Een vijfjarig paard heeft een compleet gebit
-
6 jaar; De middelste tanden staan recht op elkaar. De kroonholte is bijna niet meer zichtbaar.
-
7 jaar; De bovenste hoektanden worden haakvormig. De middelste tanden worden nu rond, en de kroonholte is niet meer zichtbaar bij de binnentanden.
-
8 jaar; De tanden staan in een lichte hoek op elkaar, het donkere tandsterretje verschijnt en de kroonholte is verdwenen bij de buitentanden.
-
10 jaar; De binnentanden worden driehoekig. In alle tanden zitten de tandsterretjes. Bij sommige paarden verschijnt nu de groeve op de buitentand.
-
13 jaar; De tanden worden nu nog rechthoekiger. De tandsterretjes zijn groter en ronder, en de tanden gaan in een schuinere hoek staan. De groeve is al op de helft van de buitentand.
-
20 jaar; De tanden staan nu bijna in een hoek van 90 graden. De eventuele groeve lopen nu over de hele lengte van de buitenkant. De wrijfvlaktes zijn driehoekig.