Hooi of voordroog

Hooi of voordroog? Een weIdoordachte keuze

Dit artikel wil een verduidelijking geven over de keuzes die men als producent, maar ook als consument kan maken.
Het zomerse gras kan op twee manieren bewaard worden om later, in de wintermaanden, als maaltijd klaar geserveerd te worden.
De meest eenvoudige manier is het gras een goeie week te laten drogen op een droge ondergrond. Op die manier worden de grashalmen zodanig droog, dat ze heel lang bewaard kunnen worden als hooi. De tweede, meer gesofisticeerde manier is het gemaaid gras een drietal dagen in droog weer te laten zonnen, om het vervolgens vacuüm te verpakken in een dik plastic omhulsel. In dat geval spreekt men van voordroog. Beide technieken vragen het geluk van de weergoden, de technische vaardigheid van de mens en het geschikte materiaal.

Het maaien van het grasland

Het blad van het gras dat tot hooi of voordroog zal leiden, moet, lang en dun zijn. Te dikke en korte bladeren geven blijk van een te stikstofrijke weide. Teveel aan eiwitten, dat hiervan het gevolg is, kan bij ezels leiden tot gezwollen benen en moet dus worden vermeden.

Het is bijgevolg niet aan te raden een te maaien grasweide te stikstofrijk te bemesten. Het grasland is pas klaar om gemaaid te worden, als het gras gevallen is.Onkruid en distels zullen de kwaliteit van het hooi of voordroog ten goede komen. Ezels lusten ze graag.

Molshopen kunnen het hooi of de voordroog danig bevuilen. Het correct instellen van de machines bij het maaien –het gras mag niet te kort worden gemaaid zodat de wortels niet uit de aarde worden gerukt – is trouwens een van de belangrijkste vereisten voor een goede snee. Aarde en stof kunnen bij gevoelige ezels immers leiden tot allergieën.

Het maaien verloopt voor hooi en voordroog gelijk, alleen het tijdstip verschilt. Italiaans raaigras, de ideale grassoort voor voordroog, levert al een eerste snee op in de maand mei. Het raaigras mag echter niet te jong gemaaid worden, omdat het eiwitgehalte anders te hoog is. Wanneer de voordroog bedoelt is voor ezels –voor koeien kan een hoge eiwitconcentratie geen kwaad –wacht men beter met maaien tot het gras begint te bloeien. Wacht men echter te lang, dan is het gras te oud, waardoor de voordroog minder goed bewaart: de vezels zijn dan inmiddels te ruw en te stokachtig. De eerste snee bevat echter sowieso meer eiwitten dan alle daarop volgende sneden (na een zes tot achttal weken kan twee tot drie maal opnieuw gemaaid worden: in de maanden juni, juli en augustus). Vandaar is het af te raden het weiland vooraf met stikstof te bemesten.
Het gras wordt pas gemaaid wanneer het bloeit. Natuurlijk moet ook hier de timing perfect zijn: het hooi moet rijp genoeg zijn, maar mag tegelijk niet te rijp worden, want anders verliest het zijn voedende waarde. Men kan een tweede maal hooien in de maand augustus.

Het bewerken van hooi en voordroog

De bewerking van het gras verschilt naargelang het eindproduct. Hooi vraagt acht dagen zon voor het kan worden binnengehaald. Het kan immers nooit te droog zijn. Bovendien geurt de zon het hooi, zodat ezels watertandend smachten naar hun maaltijd. Natuurlijk is dit ook de grootste risicofactor van hooi: in ons land is het niet evident een hele week zonder enige nattigheid te voorzien. Hooi vraagt ook een intensieve bewerking. Men moet één maal per dag schudden en keren (hoe minder men erin werkt. hoe groter de kans op stof). Na drie tot vier dagen zet men het hooi het best aan oppers, zodat het zijn kleur behoudt. De stapels worden elke dag opgeschud, zodat ook de nog natte halmen de kans krijgen te drogen.
Voordroog daarentegen, moet slechts twee tot drie dagen rusten in mooi, droog weer. Voordroog mag zeker niet te nat zijn, omdat de kans op rotten dan veel te groot wordt. Hoe droger de voordroog, hoe lekkerder hij is. Maar tegelijk mag de voordroog niet te droog zijn, want te droge grashalmen kunnen minder dicht op elkaar worden geperst. De lucht in de vacuümverpakking zorgt er voor dat het (teveel) gedroogde gras niet zo lang bewaart kan worden.

Wegbergen van hooi versus voordroog.
Het wegbergen van hooi en voordroog verloopt vrij verschillend. Hooibalen worden op een goedkope manier geperst en gebonden, wat betekent dat ze niet beschermd zijn tegen invloeden van buitenaf. Vandaar moet hooi het liefst worden bewaard op een droge zolder of in een afgesloten schuur, beschermd tegen stof en ammoniak.
Voordroog daarentegen, is gewikkeld in ettelijke lagen plastic. Dat zorgt ervoor dat het wegbergen ervan heel anders kan dan hij hooi.

Een gesloten pak voordroog kan zelfs buiten in barre weersomstandigheden zijn kwaliteit bewaren. Het is wel opletten geblazen dat de verpakte rollen veilig liggen, zodat het plastic niet beschadigd wordt. Kippen (of spelende kinderen) in de buurt kunnen heel wat schade berokkenen.

De keuze van de consument

Voor het voeren zal de keuze tussen voordroog en hooi van verschillende factoren afhangen. Beide producten hebben hun voor- en nadelen. Wel is het zo dat men sowieso uiterst kritisch moet zijn over het gedroogde gras dat ezels voorgeschoteld krijgen. Rot gras kan ezels vergiftigen en moet direct worden weggegooid. Voor voordroog betekent dit dat een stevige en overvloedige plasticomwikkeling een noodzakelijkheid is.

Het voeren van hooi ten opzichte van voordroog brengt ook enkele verschillen met zich mee. Voordroog bevat aanzienlijk meer voedende waarden dan hooi. Dat is logisch: aangezien het gras slechts twee tot drie dagen bleef liggen, zal het minder slijtage hebben geleden. Hooi is dan weer ruwer, harder en bevat meer structuurwaarde.
Voordroog is voorverpakt en bevat minder stof dan hooi. (Wel kan men het hooi eerst even in lauw water laten weken, voordat de ezels het voorgeschoteld krijgen).
Een voordeel van hooi is dat het ontbundelen van de hooimijten geen invloed heeft op de bewaarperiode. Een geopende baal voordroog daarentegen, moet binnen acht tot tien dagen zijn verorberd.